De mens achter een beleidsmaker

INTERVIEW | 3 min.

Om een degelijk beleid te kunnen maken is het belangrijk een duidelijk zicht op, en voeling te krijgen met de realiteit van mensen die actief zijn op de werkvloer. Beleid lijkt een abstract begrip en soms bestempelen we het zelfs als ‘onbetrouwbaar’ of ‘beslissingen die gemaakt worden vanuit een ivoren toren’. Als burger weten we meestal ook niet wat een beleidsmaker drijft, wat die precies doet en met welke moeilijkheden die te maken krijgt.

Misflits sprak met Erik Van den Begin, een beleidsmaker, oorspronkelijk afkomstig uit Brussel en recent ‘op pensioen’, die geëngageerd was op verschillende fronten met een grote liefde voor het welzijn van de meest kwetsbaren uit onze maatschappij. Hij was gedurende 20 jaar directeur-beleidscoördinator voor de provincie Vlaams-Brabant, beleidsadviseur bij Het Agentschap Opgroeien (het vroegere Kind en Gezin) in Brussel en is nog steeds actief voor Oxfam wereldwinkels en Oxfam België.

©2022 Erik Van den Begin

Je hebt een gevarieerde carrière achter de rug in leidinggevende functies en als mede-beleidsbepaler?

“Dat klopt. In 1998 ben ik vanuit de streekintercommunale overgestapt naar de nieuwe provincie Vlaams-Brabant (toen provincie Brabant verdeeld werd onder Vlaams, Waals-Brabant en Brussel Hoofdstedelijk gewest). Er werd toen voor de nieuwe provincie ook een nieuw leidinggevend kader samengesteld, waar ik deel van uitmaakte. Ik werkte er verder rond de beleidsdomeinen personen met een handicap en armoede. Na twee jaar ben ik directeur sociaal beleid geworden met een heel breed scala aan bevoegdheden en opdrachten zoals; welzijn en gezondheid,  integratie & inburgering, gelijke kansen, toegankelijkheid, en wonen en ontwikkelingssamenwerking. We hebben toen vooral het verschil gemaakt door het opzetten van pilootprojecten rond screening van borst- en baarmoederhalskanker.”

Dat zijn veel bevoegdheden tegelijk. Waar lag voor jou de belangrijkste focus?

“Het beleid rond integratie van Belgen met een migratieachtergrond en het onthaal – en inburgeringsbeleid van nieuwkomers is het sterkst gegroeid. We hebben toen onze rol als provinciaal bestuur opgenomen om dat centraal te organiseren, omdat gemeenten het niet zagen zitten om dat allemaal alleen te trekken. Uiteindelijk waren hiervoor een 60-tal medewerkers actief. In 2015 wou Vlaanderen dit voor alle provincies gelijktrekken en een eigen beleid voeren. Alle initiatieven zijn toen via een decreet verplicht overgenomen door wat je vandaag kent als Het Agentschap integratie en inburgering. We waren hiervoor geen vragende partij, want onze werking zat goed in elkaar en was degelijk georganiseerd. In 2018 zijn dan alle persoonsgebonden materies zoals welzijn en gezondheid en sport en cultuur ook overgedragen naar Vlaanderen.”

Ben je om die reden overgestapt naar een functie als beleidsadviseur Kind en Gezin voor Brussel?

“Ja, ik kon wel blijven binnen de provincie Vlaams-Brabant, maar aangezien er voor het welzijn voor de meest kwetsbare personen uit onze maatschappij nog zoveel te doen was, heb ik gekozen om naar Kind en Gezin Brussel te gaan, met de integratie van jongerenwelzijn (nu Het Agentschap Opgroeien). Men zocht daar een adviseur die het beleid kon ondersteunen, wat niet eenvoudig was gezien de politiek ingewikkelde context van Brussel. Je hebt daar een lasagne aan bevoegdheden (44 openbare besturen tegenover bijvoorbeeld in Antwerpen slechts 4).”

Door deze stap te nemen, ging hij ook terug naar zijn Brusselse roots, waar hij geboren en getogen is. In zijn jonge jaren was hij er actief in het jeugd- en cultureel werk met onder meer de uitbouw van een jeugdhuis. Na zijn Leuvense jaren is Van den Begin in de rand (Asse) gaan wonen.

Ook al woon ik er al lang niet meer, ik blijf Brussel toch steeds opzoeken. Het is de meest kosmopolitische en democratische stad ter wereld, die altijd blijft boeien.

Hoe begin je concreet aan zoiets als nieuwe beleidsadviseur? Wat komt daar allemaal bij kijken?

“Mijn focus bij Het Agentschap Opgroeien lag voornamelijk op de uitbouw van een geïntegreerd gezinsbeleid. Lokale teams die op het werkterrein actief zijn, geven preventieve consultaties en volgen baby’s en hun gezin verder op. Daarnaast zijn er een aantal andere organisaties actief waaronder het Huis van het kind. We botsten op de complexe armoedeproblematiek in Brussel. Slechts 2 à 3 jaar geleden vertelden de cijfers ons dat er ongeveer 1000 kinderen op straat leven in Brussel. Brussel mag dan wel één van de rijkste steden in de wereld zijn, ook in de rand is tot op vandaag nog steeds een grote tegenstelling tussen arm en rijk.”

“Bij de opstart zelf kreeg ik carte blanche. Ik bekeek vooraf alles wat er zich afspeelde op het terrein; zowel een overzicht van alle uitdagingen als wat Het Agentschap Opgroeien er in zou kunnen betekenen. Een grondige aanpak ontwikkelen rond de problematiek van deze kwetsbare kinderen was mijn eerste opdracht, net op het moment dat het via de pers sterk naar voor kwam. We hebben toen met 9 andere organisaties een methodiek ontwikkeld die werkbaar is voor de Brusselse gezinnen met complexe problematieken – hetgeen de naam Gezinsondersteuning Ketjes BXL kreeg. De hulpverleners begeleiden hier intensief én op maat de gezinnen in moeilijkheden . Er worden geen pampers of geld gegeven, maar samen structureel met de gezinnen aan oplossingen gewerkt. Dit is verder uitgebouwd via het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk) Brussel. Door de eigen terreinwerkers, maar ook door anderen uit het werkveld, werd bevestigd dat die methodiek heel goed werkt. Alleen – en dat is tot op vandaag een schrijnend probleem – is het een klein team van slechts enkele mensen, wat veel te weinig is om die problematiek grondig aan te pakken, want we spreken hier toch wel over honderden gezinnen.”

©Foto afscheid dienst welzijn en gezondheid bij de provincie Vlaams-Brabant.

“Om als Vlaams netwerk in Brussel effectiever te zijn in het aanbieden van een goede kwalitatieve dienstverlening, hebben we een reorganisatie voorbereid. Op de valreep, net voor ik op pensioen ging in december 2021, keurde de Vlaamse regering hierrond een nieuwe regelgeving goed.”

 De cijfers gaan over enkele jaren geleden, hoe is dat vandaag?

“In het verlengde van dat initiatief is nog een onderzoekstraject gerealiseerd, samen met het kenniscentrum Welzijn Wonen Zorg Brussel met diepte-interviews en rondetafelgesprekken met gezinnen en hulpverleners uit het werkveld. Dat is uitgemond in een digitale conferentie in januari 2021, waar er beleidsaanbevelingen zijn geformuleerd, die ondertussen ook gepubliceerd en ruim verspreid werden, ook naar de bevoegde ministers. Dit ging over duurzame huisvesting, het toegankelijker maken van zorg en ondersteuning en het toetsen van kinderrechten aan beleidsbeslissingen en regelgeving. Daarnaast werkt Gezinsondersteuning ketjes BXL dapper verder. Vanuit Vlaanderen koos men er intussen ook voor om in alle gemeenten lokale gezinscoaches in te zetten. Dit initiatief is pas recent uitgerold en jammer genoeg is men hierbij opnieuw begonnen met experimentele pilootprojecten.”

Terwijl de ontwikkelde methodieken reeds bewezen hebben dat ze goed werken, heeft men vanuit Vlaanderen enkel financiële middelen ingezet op het wetenschappelijke luik in plaats van op het terrein.

“Ze hadden kunnen kiezen om de werking van de sociale diensten uit te bouwen om meer te focussen op preventie in plaats van achter de feiten aan te lopen. Het Vlaamse beleid neemt op zich wel goede initiatieven, maar nog teveel bovenop en naast mekaar. Wanneer de middelen zo beperkt zijn, moet men dringend toch meer fundamentele keuzes gaan maken. ” 

Is de sector op deze manier dan niet gedoemd om steeds ter plaatse te blijven trappelen? Het is toch niet te verwonderen dat mensen het niet meer zien zitten om in deze sector aan de slag te gaan?

“Als beleidsmakers kunnen we niet anders dan optimistisch te blijven, keihard blijven te werken en strijden. Het is een gekend verhaal dat er eerst iets heel ergs moet gebeuren om een grote ‘wake up call’ te krijgen, zoals recent het vreselijke voorval van de overleden baby in de crèche van Mariakerke. Persoonlijk weet ik wel zeker dat al de betrokken medewerkers en het management, die hun werk doen met hart en ziel, alles uit de kast zullen halen om te voorkomen dat zoiets ooit nog kan gebeuren. Maar je moet ook structureel het hele ‘kinderopvang’ gebeuren herzien met een bredere kijk. En je moet financiële prioriteiten stellen om de sector een grote boost te geven. Daarnaast moet de overheid ook structureel meer mogelijkheden voorzien om de ouders de kans te geven langer de eigen baby op te kunnen vangen. De eerste 1000 dagen zijn voor baby’s immers cruciaal.”

Is het niet moeilijk om dit werk los te laten nu je op pensioen bent en wat ga je verder nog doen?

“Ik heb mijn werk van de ene dag op de andere niet zomaar achtergelaten. Het Brusselse beleid wordt verder opgevolgd door een themateam waar alle betrokken diensten inzitten: kinderopvang, gezinsondersteuning, jeugdhulp en het groeipakket. Een beleidsmedewerker nam een deel van mijn taken over, maar ik ben niet één op één vervangen. Ik mis het wel, maar ik ga me nu terug meer engageren bij Oxfam-wereldwinkels en Oxfam-België en ondertussen ben ik ook bestuurder bij de sociale onderneming PIN (Partners In Integratie). Als lid van de algemene vergadering van het Centrum Algemeen Welzijnswerk in Brussel behoud ik ook nog de link met mijn vorige werk.”

Daarnaast heeft Van den Begin zich opgegeven als buddy voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen die in een opvangcentrum verblijven. Hij gaat hier als vrijwilliger een paar keer per maand vrijetijdsactiviteiten doen met die jongeren. “Dit geeft me veel energie en houdt me jong”, vertelt hij nog.

Vond je het interessant? Dan kan je dit artikel waarderen met een vrije donatie.

Bijdragen via Paypal

Misflits.be biedt toegang aan iedereen met een oplettend oog en waardering voor buitengewone berichtgeving. We waken er over dat dit ten allen tijde gebeurt op een respectvolle en constructieve manier. We geven geen gevolg aan vragen, berichten en opmerkingen die de waardigheid en het privéleven van mensen kunnen aantasten.

Doe mee aan ons tweedelig lezersonderzoek! (neemt slechts 5 minuten van je tijd, voor Misflits van onschatbare waarde) 1) Wie ben je en wat verwacht je van onafhankelijke media? & 2)Waar wil jij samen met Misflits aan werken?

Op de hoogte blijven via de nieuwsbrief? Schrijf je hier in.

Deze website gebruikt cookies. Door deze site te blijven gebruiken, aanvaard je ons gebruik van cookies.  Meer info

error: Content is protected !!